Iedereen heeft wel eens een ongemakkelijk gesprek. Interessant dus om even te bellen met Elodie Kona, die er op het Talentenfestival over komt spreken. Ze schreef er met een groepje auteurs een boek over. Mensen die elkaar via via leerden kennen en waartussen nu een mooie vriendschap is ontstaan. In de omschrijving op de website staat dat haar sessie gaat over wanneer je het ongemak moet omarmen en wanneer je moet terugtrekken, hoe je je eigen triggers herkent voordat ze je overmeesteren, over technieken om lastige gesprekken te de-escaleren, hoe je grenzen stelt zonder de relatie te beschadigen en waarom sommige gesprekken altijd moeilijk blijven en hoe je daar vrede mee neemt. Genoeg reden voor een interview.

Elodie Kona over haar lezing ‘Aan de bak met ongemak’
Door ongemak niet te laten bestaan kun je niet verder
Elodie zit buiten achter haar laptop als we verbinding maken. ‘Ja, klopt’, lacht ze, ‘vanaf het moment dat het goed weer wordt, probeer ik daar zoveel mogelijk te zijn. Ik woon in België en ben nog nooit in Zwolle geweest. Ik denk dat ik er een paar nachten blijf. Dat vind ik altijd leuk. Ook voor een beetje rust, want ik ben nu druk met lezingen geven voor mijn type energie. Ik heb net 2 workshops gehad en doe er nu normaal zo’n 8 per maand. Dat terwijl ik mezelf een limiet had opgelegd van 4 of 6 per maand. Ik ben, als we dat moeten labelen, namelijk wat introvert. Ik krijg wel veel energie van 1 op 1 sessies maar van workshops of lezingen moet ik altijd even bijkomen. Dat heb ik trouwens niet alleen bij m’n werk hoor. Ik heb dat ook van feestjes. Maar begrijp me niet verkeerd. Het geeft ook energie en ik vind het heel leuk om te doen.’
Heeft iedereen last van jouw thema: ongemak?
‘Ja, maar wel op verschillende manieren. Als je er een boek over schrijft kom je trouwens ook je eigen ongemak tegen. Dan ga je zelf ook bezig met de vraag ‘hoe kan ik t aangaan zonder mezelf te verliezen?’. Ik heb dan ook heel veel geleerd van de interviews, die ik voor het boek met experts heb gedaan. Maar ook over mezelf. Ik was de enige introverte van de schrijversgroep, dus daar wilde ik in het boek ook iets over vertellen. In een vergadering ben ik bijvoorbeeld altijd de iets stillere persoon. Al mijn ideeën maar ook de verwerking van andermans ideeën komen achteraf. Als de meeting al is afgelopen. Daar wordt niet altijd rekening mee gehouden. Op zich niet erg natuurlijk, maar wel beter om er juist wel rekening mee te houden.’
Is dat niet erg? Ik kan me voorstellen dat dat juist wel frustrerend is.
‘Nou ja, voor mezelf valt het mee omdat ik nu veel geluk heb dat ik zelfstandige ben en hiervoor een werkplek had waar er juist wel veel rekening mee gehouden werd. Maar er geldt normaal gesproken wel dat je je ongemak vaak wat wil wegdrukken, terwijl het veel fijner is wanneer je het benoemt. En ik heb bovendien geleerd om het ongemak van anderen over mij bij de anderen te laten liggen. Want ik hoor vaak ‘wat ben je stil’. Maar ik laat dat gaan, want ik ben juist aan het luisteren of aan het genieten.’
Zeg je er dan wat van?
‘Ik zeg nu wel ‘jij voelt je misschien ongemakkelijk dat ik stil ben, maar ik vind het fijn’. En ik benoem ook vaker dat ik introvert ben en…ik blijf natuurlijk nog altijd wel een Belg. Zelfspot is onze ‘go-to’, dus als ik in Nederland ben, maak ik er een grap van. Ik ben de Belg, jullie de Hollanders, dus zijn jullie maar lekker direct.’
Ik las iets in de omschrijving van jouw lezing over ongemak terugtrekken…wat bedoel je daarmee?
‘Vaak vragen ze mij, ‘Elodie waar kom je echt vandaan?’ Op zich is daar niks mis mee en het is ook afhankelijk van de context, maar soms zeggen mensen op die manier ook ‘ben je wel echt van hier?’ Op die vraag heb ik geleerd niet altijd in te gaan. Omdat er ongemak op mij wordt gelegd van ‘je hoort hier niet bij’. Een ander voorbeeld is mensen die mijn haar aanraken. Dat zijn van die situaties, die ik beu ben. Ik ben er moe van, hoewel ik ook weet dat het vaak komt omdat het die dag dan een opeenstapeling van situaties is. Daardoor verschilt mijn reactie. Soms reageer ik niet, maar soms ook wel. Dat hangt van mijn stemming af. In het boek omschrijven we dat ook aan de hand van de ongemaksweegschaal. Die hebben we allemaal. Daarmee bepaal je wanneer je het aangaat en wanneer niet.’
Is dat ook veranderd sinds je er zelf een boek over hebt geschreven?
‘Ja klopt, omdat ik een boek over ongemak heb geschreven, denken mensen dat ik dat ongemak altijd aanga. Maar dat is juist helemaal niet zo. Het hangt van zo veel dingen af. De context, met hoeveel mensen je bent op dat moment en je hebt ook met machtsposities te maken. Niet eens alleen de hiërarchie, maar ook met wie je in de ruimte bent op dat moment, wie je bent in de samenleving enzovoort. Als jij de leidinggevende bent ga je het gesprek vaak wel aan, maar andersom vaak niet. Of je dat durft, zit natuurlijk in je, maar is ook cultureel bepaald. Nederlanders en Amerikanen zijn directer. Belgen en Italianen minder.’
Hoe gaat dat bij jullie in België dan?
‘We hebben een zogenaamde ‘koffiezetapparaat-informele-structuur terwijl in de officiële vergadering mensen veel minder inbrengen. Ongemak hoeft trouwens ook niet opgelost te worden in één gesprek. Dat is ook zo’n hardnekkig misverstand. Soms heb je vaak ruzie met een collega of één van je dierbaren. Een uurtje later zeg je dan ‘sorry ik boedelde het niet zo’. En daarmee zou het dan klaar zijn. Dan moet het allemaal opgelost worden binnen dat uur, maar dat hoeft helemaal niet.’
Zeg je daarmee dat je soms het ongemak ook even moet laten bestaan?
‘Mensen die zeggen dat ze zich nooit ongemakkelijk voelen, vind ik interessant. Dan kan eigenlijk niet. Door het ongemak niet te laten bestaan kun je niet verder. Schuldgevoel is ook een heel interessant thema daarbij. Een voorbeeld daarvan is het koloniale verleden. Daar zit heel veel schuldgevoel en schaamte, waar mensen zich niet overheen kunnen zetten. Het schuldgevoel en schaamte mogen er wel zijn, maar dat moet de vooruitgang niet belemmeren.’
Schuldgevoel en schaamte zit dat bij dezelfde persoon? Aan éé kant van het spectrum?
‘Niet helemaal. Want mensen in Afrika hebben soms ook mee gedan aan de verkoop van familieleden. Daar zit ook heel veel schuldgevoel en schaamte. Het is misschien dat het meer aan één kant zit, maar het is eigenlijk overal. Als je met elkaar bespreekt dat het bij iedereen zit, kun je verder. Het gaat dan om benoemen en luisteren. Echt luisteren zonder te bedenken hoe de ander zich moet voelen. Dat betekent dat je luistert terwijl je jouw eigen beeld op de situatie uitschakelt. De ander willen overtuigen is ook echt typisch iets wat een mooi open gesprek in de weg staat.’
Dat zou de huidige politiek ook verder kunnen helpen?
‘Ik denk dat we veel vaker het gesprek moeten aangaan en juist meer moeten luisteren. Als we dat gedaan zouden hebben waren we niet in de huidige situatie terecht gekomen. Ook denk ik dat Camilla Harris tijdens de Amerikaanse verkiezingen een grotere kans had gehad als ze meer het gesprek was aangegaan. Nu is zij in één podcast verschenen terwijl Trump er veel meer gedaan heeft. Ik zou haar geadviseerd hebben wel te gaan, hoewel je natuurlijk niet weet of het dan wel gelukt was. Je moet er overigens wel voor waken dat je niet over je grens gaat als je ervoor kiest het ongemak aan te gaan.’